3 daagse toerrit Nederland 2021

Het is vrijdag 23 april 2021 en mijn scooter staat bij de voordeur om gepakt te worden. Morgen zal ik rond half negen willen vertrekken om een 4 daagse rondrit door Nederland te maken. In één van de blogs is de planning en voorbereiding beschreven. Na het bepakken van de brommer zet ik deze in de garage terug zodat ik morgen zo kan wegrijden. Straks lekker genieten van het eigen bed, want de eerstkomende drie nachten wordt het bivakkeren in het tweepersoonstentje. De weersvooruitzichten zijn redelijk goed; koel maar geen regen en af-en-toe zon. De nachttemperaturen blijven op 5 graden steken. We zullen zien.
 
Zaterdag 24 april 2021
Om kwart voor negen verlaat ik het huis in motorpak met helm, handschoenen en toilettas richting de garage waar Mycko, zoals ik de Gran Dink noem, gereed staat. Hoewel het zonnetje schijnt is het nog fris. De weersverwachtingen zijn helaas een beetje naar beneden bijgesteld, maar ik neem de gok; ik zie wel.
Nog even langs huis om het goede USB kabeltje te pakken voor mijn telefoon (die heb ik echt nodig) en dan gas erop en gaan met de scooter. De noordoostenwind is 2 - 3 Beaufort zie ik aan de windzak op de stormvloedkering. Pal tegen, dat wel en dat ook bijna de hele reis van vandaag. Deze zal namelijk naar Noord-Holland zijn.
Via de stormvloedkering rij ik over het altijd mooie Westerschouwen naar de Brouwersdam waar de eerste campers en dagtoerisme alweer opgesteld staan. Een enkeling waagt zich lopend op het strand of dam en een paar fietsers trotseren de tegenwind. Slechts één kitesurfer is op het water te zien die wel behoorlijk de vaart er in heeft en vast geoefend is vanwege de capriolen die deze uithaalt. Een loze visser zit in de schuiltent starend naar de hengels. Misschien is hij de enige die hoopt dat de zomer nog lang uitblijft want, vissen als het druk is, is niet te doen.

Nog even een fotootje maken van de bepakte scooter met een zomerse achtergrond en dan verder via het leuke Ouddorp, Goedereede over de Haringvlietdam Zuid-Holland binnenrijden. Inmiddels is het 11.00 uur en stop ik even voor een meegebracht drankje en zie twee gasten met een grote ventilator op de rug waarvan er één naar een vlieger loopt. Leuk fotomomentje denk ik en pak mijn camera.
Wat de man precies van plan is, lijkt mij duidelijk. Hij wil de lucht in en daarvoor zou hij een start moeten gaan maken. Dit heb ik nog nooit met zo een vliegtuig (want het vliegt) gezien, dus besluit te wachten. Hij haalt de parachute op en pakt de stuur-handvatten. De parachute gaat prachtig in de lucht.

Hier blijft hij enige tijd mee bezig, zet zijn motor aan (althans die hoor ik toeren maken) en blijft nog wat zwaaien met de parachute voordat deze weer op de grond ligt.

Hij houdt het voor gezien, zet zijn motor op stationair en loopt weer naar de anderen van de groep. Jammer, ik had graag het opstijgen zien gebeuren, maar hij brak deze al snel af. Ik stap op de brommer en ga weer verder in de richting van Hellevoetsluis en rij naar Spijkenisse over de voormalige RTM trambaan. Dit is een pad voor (brom)fietsers vanaf Hellevoetsluis naar Spijkenisse en prachtig om te rijden. In de berm de gele bloemen van, naar ik meen: raapzaad, die aan deze frisse, winderige koude lentedag een zomerse aanblik geven. Het pad gaat ook dwars door de Bernisse, een recreatie en natuurgebied van 300 hectare groot met meertjes, kommen en plassen die samen met bossen, drassige natuur en weilanden een welkome afwisseling van de rit geven. Spijkenisse is al in beeld en rij ik vlot door naar Pernis. Het is 12 uur en de maag meld mij dat deze wel wat brandstof kan gebruiken. Ik besluit bij een benzinepomp even sandwiches en een kop koffie te kopen en met in de rug het Shell benzinestation en kijkend naar het Shell hoofdkantoor en de petrochemische omgeving, eet en drink ik wat, doe een plas en blijft alles zoals het was.

Een klein kwartiertje later dan dat ik de motor heb uitgezet, start ik Mycko weer en snorrend rijd ik langs de containers, opslagtanks en door het haventerrein naar de Beneluxtunnel. Binnen no-time ben ik de Maas onderdoor en rij via Schiedam in de richting van Rotterdam airport. Mijn bedoeling is om via de N209 naar Alphen a/d Rijn te rijden, maar de navigatie die ik volg heeft andere plannen. Het is voor mij onbekend gebied en ben nog onwennig aan Google Maps, dus volg ik de uiterst vriendelijke vrouwenstem die mij de N471 op begeleid. Via Roodenrijs kom ik op de N470 en dan bedenk ik ineens dat ik in Zoetermeer aan zal komen.
Op diverse forums en van bepaalde leden van toerclubs heb ik gehoord dat Zoetermeer niet erg vriendelijk is voor bromfietsers. Nou, dat is echt niet zo! Het is een buitengewoon onvriendelijke stad als het om bromfietspaden gaat. Zelf de dame van Google Maps houdt het voor gezien en blijft draaien, bliepen en nieuwe routes berekenen. Uiteindelijk weet ik het doolhof te verlaten via een illegale fietstunnel en een rondweg waar ik ook niet welkom ben. Wat ik wel weet is dat ik nu in ieder geval in noordelijke richting rij op weg naar Leiden. Ik zou nu de keuze kunnen maken om via Leiden en de bollenstreek naar Haarlem en door naar Velzen te gaan (via de sluizen). Maar zowel Leiden (stad) als Haarlem (stad) vergen veel tijd en navigerende inspanning, en besluit vast te houden aan de oorspronkelijke route. Via Zoeterwoude rij ik naar de Rijndijk en volg deze tot aan Alphen a/d Rijn en pak daar de N207 om via de N205 in de richting van Schiphol te gaan. Vanaf huis naar Pernis (bijna 100 km) heb ik in 3 uren gereden, maar het stuk Pernis-Alphen a/d Rijn (50 km) heeft evenveel tijd gevergd. Maar goed, ik had me al voorbereid dat het groene hart doorkruisen behoorlijk oponthoud betekent dus eenmaal in de buurt van Schiphol aangekomen neem ik nog even een foto.

Via Zwanenburg en het recreatiegebied Spaarnwoude kom ik bij de veerpont die me over het Noorzeekanaal zal zetten. Deze gratis overtocht waarbij het i.v.m. de Covidmaatregelen verplicht is de helm dicht te houden, duurt wel 2 minuten. Heeft de Kymco, die het overigens voortreffelijk doet met extra bagage en tegenwind, ook even rust. Och, we zijn er alweer; starten maar en gas erop. Mycko doet het zonder te protesteren.

Via het polderlandschap van de Westzaan, de Beemster, Wormerveer rij ik via Westknollendam, Zuidschemer, Stompetoren, Het Kruis, Kabel en Draai (waar halen ze de namen vandaan?) naar Opmeer. Vervolgens richting het oosten naar Enkhuizen. Eindelijk komt de wind aan de zijkant en ben ik van de tegenwind af. Het is al half zes als ik in de buurt van Wognum stop om een camping te zoeken via Google. Ik vind er een in Oostwoud en rijd daar naar toe. Er is plaats op het tentenveld en daar sla ik deze nacht mijn bivak op voor een welverdiende nachtrust voor Mycko & myself.


Na een opwarmmaaltijd van kip 'tering jakkie', zoals ik dit altijd zelf benoem, loop ik vanaf de camping Oostwoud in en neem daar wat sfeerbeelden.

Voor vandaag houd ik het voor gezien. Een rit van 248 kilometer met bijna constante tegenwind van 2 tot 3 Beaufort heeft mij in de koude kleren komen te zitten. De Kymco heeft zich kranig gedragen met de wind en de extra bagage. Na het contact met het thuisfront wacht ik tot het een beetje donker is en probeer dan te slapen. Morgen naar Friesland.

Zondag 25 april 2021
Het is een koude nacht geweest. Slechts 3 graden boven nul en dat was in het tentje te merken. De nachtrust verliep niet geheel zonder af-en-toe wakker te worden door de kou en ook een vlagerige wind droeg niet bij aan de nachtrust. Overigens is het wel een hele stille camping. Zelf nauwelijks last van het vliegverkeer van Schiphol, maar dat kan ook door de verminderde vluchten komen. Om 07.15 sta ik op en ga meteen douchen om op te warmen. De koude nacht is een aanslag op mijn gevorderde mid-life gestel. Het is zwaar bewolkt en de vlagerige wind is alleen toegenomen. Even wat water koken voor thee en een broodje eten. Daarna het boeltje ingepakt en op de bromscooter vast gemaakt. Iets voor negen uur vertrek ik vanaf de camping in de richting van Enkhuizen.

Naarmate ik het IJsselmeer nader, hoe straffer de wind wordt. Als Zeeuw ben ik wel een stormpje gewend, maar gisteren de noordelijke wind constant tegen en nu is de wind gedraaid naar oost-noordoost. Zodra ik de Markerwaarddijk oprijd heb ik de wind zijdelings op de kop. Deze dijk is ruim 27 kilometer lang en de harde wind wordt door de bepakte Kymco met bestuurder flink geraakt. De snelheid zakt ook gestaag naarmate we meer in de wind komen. Het vergt 3 kwartier om in Lelystad aan te komen. De wind over het IJsselmeerwater is aanmerkelijk kouder. Zelf met motorpak en handschoenen aan, wordt ik alsmaar kouder.

De opwarming van de douche is helemaal kwijt als ik bij Lelystad de IJsselmeerdijk opdraai. De windzak staat strak gespannen. Alleen het laatste rode blokje laat soms wat beweging zien. Dat betekent flinke wind van 5-6 Beaufort met vlagen die gemakkelijk naar 7 kunnen gaan. Aan de stand van de windmolens heb ik al een vermoeden dat de wind nu pal tegen zou worden. Mijn vermoeden wordt waarheid en de volgende bijna 20 kilometer vol op de wind liggen voor mij en mijn scooter. Deze houdt zich kranig zonder te sputteren en probeert er alles uit te halen wat er in zit. Helaas reduceert de snelheid naar 40-42 km/h vol gas. Bij de windstoten zakt de snelheid naar 36 of 37 km/h en duurt het ook weer lange tijd voordat de 42 weer op de (GPS)teller staat. Uiteindelijk komt de Kethelbrug in zicht waar op dat moment asfalteringswerkzaamheden aan de gang zijn. Daar niemand rekening heeft gehouden dat er in dit weer nog sukkels als ik het secundaire weggedeelte zouden benutten, stonden allerlei voertuigen en pionnen opgesteld. De verkeersregelaar was echter vol barmhartigheid en verleende mij toegang, mits ik zou uitkijken voor de werkers en het materieel. Graag stapvoets rijden, zei hij er nog achteraan. Hij moest eens weten.....

Ik was voornemend om verder langs het IJsselmeer te rijden, maar met de ervaringen van de achterliggende 50 kilometer zie ik daar vanaf en besluit via, de toch al vlakke Noordoostpolder, naar Lemmer te rijden. Nu is de bollenstreek van de westelijke Hollanden prachtig met de tulpenvelden, maar in deze polders zijn ook hele grote velden met tulpen en hyacinten te vinden. De percelen zijn veel groter en veel kleurrijker vind ik persoonlijk.

Er is zelfs een heuse tulpenroute uitgezet in de Noordoostpolder. Gelet op de vele automobilisten op de wegen en langs de kant van de weg, zijn er veel mensen die deze sombere dag gebruiken om de kleurenpracht van ons nationale product te bewonderen. De Noordoostpolder bestaat uit grote landbouwpercelen waar trotse boeren door de week druk bezig zijn hun gewas te verbouwen. Op de zondag is het een zeldzaamheid een boer of tractor bezig te zien; al is het alleen maar uit respect. Ik zie alleen rust in de polder, op de dagjesmensen na dan. Natuurlijk is ook in deze vlakte van polders de wind aardig aanwezig en constant tegen of zijdelings tegen. Ik heb het nog steeds koud.

Ik heb ooit een Fries horen zeggen: "zodra je in Friesland komt schijnt de zon". Dat hij dat letterlijk bedoelde had ik toen niet begrepen, want zodra ik Lemmer binnenrijd zie ik een enkele zonnestraal en wordt de hemel lichter. Dit geeft hoop en hoe meer ik de richting van Stavoren op ga, hoe helderder het wordt.

In Stavoren maak ik ook even een foto van de kerktoren die scheef t.o.v. de kerk staat. Op een of andere manier heb ik iets met scheve torens. Het komt overigens vaker voor dat torens of spitsen scheef staan. Soms is verzakking een oorzaak maar meestal komt dit omdat torens en haar spitsen, naar ik vernomen heb, "op het oog" gemaakt werden.


Tegenwoordig gaat dat met laserprecisie en satelliet nauwkeurigheid. Vroeger ging dat primitiever. Wellicht nog met de duim en arm gestrekt voor het rechteroog met het linker dichtgeknepen. De kerken staan er overigens nog steeds.......

Na Stavoren doorgereden te hebben rij ik naar Hindeloopen. De bewolking breekt steeds vaker open en de temperatuur loopt wat op (of is dat suggestief?). Via de Sédyk rijd ik het stadje door en ga nog wat inkopen doen. Nadat ik de supermarkt uitkom schijnt het zonnetje en ga ik als een reptiel uit de wind en in de zon staan. Even opwarmen en dat doet de brommerrijder goed.
Een beetje opgewarmd, maar nog steeds bekoeld, ga ik binnendoor naar Bolsward en daarna naar Sneek. Vandaar via Joure naar Heereveen (het Zoetermeer van het noorden als het om brommervriendelijkheid gaat). Dan naar Wolvega en de mooie provincie verlatend in de richting van Steenwijk. Van Steenwijk door naar Giethoorn waar ik nu gemakkelijk doorheen kan rijden. Het massale toerisme is daar erg geminimaliseerd door afwezigheid van het buitenlandse toerisme. Ook in Giethoorn schijnt de zon en al zonnebadend drink ik een meegebrachte consumptie.


Het is half vijf als ik de richting van Kampen opga. Morgen langs de IJssel afzakken tot Doesburg en dan ergens onder de Maas de nacht doorbrengen, maar eerst hier in de buurt een camping zoeken. Ik rij de richting van Kampen op en vind in Zwartsluis een camping aan de kant van de weg. Hier bivakkeer ik. Vandaag heb ik 248 kilometer gereden. Heel toevallig net zoveel als de dag ervoor. Als de tent eenmaal staat schijnt het late middagzonnetje op de tent waar het binnenin behagelijk wordt. Ik warm wat op, maar ben tot op het bot bekoeld. Ik verwarm wat soep-uit-zak en neem dit tot mij waardoor ik weer wat opwarm van binnenuit.
Als het zonnetje van de tent af is wordt het al snel killer. Ik kijk op mijn telefoon voor de weersvoorspellingen en deze zien er voor vannacht en het derde gedeelte van mijn avontuur niet goed uit. Vannacht 1 graad boven nul en morgennacht 1 graad eronder.
Ik voel me nog steeds kouwelijk en met de vooruitzichten neem ik het besluit om morgen naar huis te rijden. Het mag wel plezierig blijven om dergelijke tochten te ondernemen, maar ben nu van mening dat dit, op dit moment, niet zo plezierig is. Ik breng het thuisfront op de hoogte van mijn beslissing en ga nog even een blokje om. De wind is nog steeds venijnig koud nu de zon haar laatste stralen van vandaag naar de aarde stuurt. Ik ga douchen en stap dan in de slaapzak en ga op het veldbed liggen en val op een bepaald moment in slaap...

Maandag 26 april 2021
De nachtrust was echt niet goed te noemen. De kou en het verkeer op de naastgelegen provinciale weg hebben mij wakker gehouden. Voor de camping ligt een rotonde waardoor het verkeer moet afremmen of weer gaat optrekken. Met de kou slaap je al licht en dan af en toe een auto (en er wordt best hard gereden in de nacht) die afremt of optrekt, dan is het een optelsom van factoren die een goede nachtrust in de weg staan. Om 5 uur ga ik het bed uit om een sanitaire noodzaak te verrichten en bemerkt dat de tent bevroren is. Die ene graad boven nul is aan de grond en in de wind naar nachtvorst gepromoveerd. Ik ren heen en weer naar het toiletgebouw waardoor mijn hartslag ervoor zorgt iets op te warmen en kruip nog snel helemaal in de slaapzak. Mijn uitgeademde luchtstroom zorgt voor wat verwarming en dommel nog in slaap tot kwart over zes.

Het is nog steeds koud en met dat vooruitzicht op nog zo een nacht (of nog kouder) heb ik geen spijt van mijn besluit. Het zonnetje is ook net op en de lucht is onbewolkt. Het kan een zonnige dag worden dus laat mijn humeur ook maar zonnig tot stand komen. Als eerste kampeerder sta ik onder een heerlijk warme regendouche. Voor mijn gevoel een half uur en het kan niet lang genoeg duren. Ik moet echter rekening houden met de andere campinggasten en niet al het warme water verspillen. Dus als de grootste kou uit mijn lijf is stop ik de douche, ga mezelf (dik) aankleden en ontbijten. Daarna pak ik alles in en bepakt de wit aangerijpte scooter. Normaal tikt Mycko in een slag aan, maar vandaag heeft hij meer moeite. Gelukkig slaat hij na enkele slagen aan. Terwijl ik mijn motorjas, helm en handschoenen aantrek draait hij zijn chocke-rondje om weer in normale toeren te komen waarmee hij zeggen wil "ik ben er klaar voor".

De afgelopen dagen heb ik met Google Maps behoorlijk wat ervaring opgedaan. De fiets stand is redelijk geschikt om te gebruiken op de brommer. In moderne steden is het echter een rampzalig gedoe. Hierbij heb ik een keuze: de betreffende stad mijden, betere voorbereiding (maar hoe dan?) of soms even stout zijn (foei). Voor lange afstanden is het belangrijk om een stad te kiezen die verder dan 40 km verder ligt. Ongeveer 10 km voordat je de stad nadert, stel je weer een nieuw punt in dat meer dan 40 km verder ligt. Hierdoor wordt men meestal via provinciale wegen geleid. Ook vandaag ga ik deze methode toepassen en stel als eerste plaatsnaam Ede in. Ik zie dat de route dwars door Zwolle gaat en ik wil via Kampen. Ik stel Kampen in en rijd weg. Als Kampen in beeld kom stel ik Ede in. Ik wordt nu wel nog langs een mooi stukje IJssel geleid. Is toch ook echt een foto waard.

Via de IJssel, Elburg, Nunspeet, Uddel en Garderen kom ik op de Apeldoornseweg. Uit mijn militaire diensttijd ken ik deze omgeving een beetje.


Ik type in Maps nu de volgende stad, 's Hertogenbosch, in en zie dat de route langs Ede gaat. Gelukkig is Ede een bromfietsvriendelijke stad en in een klein kwartier rij ik langs de Reehorst in de richting van Bennekom. Bij een pomp koop ik een kopje koffie en houd een klein rustmoment. De reis verloopt vlot en voortvarend. Dan langs Rhenen over de Nederrijn de Betuwe in. In dit jaargetijde een verrukking om te rijden. Zeker met de wind in de rug en het zonnetje aan de hemel. Het is aangenaam om te rijden. Geen drukte op de fietspaden en met een vaartje van 50-55 km/h rijdt de Kymco het prettigst. Ik geniet met volle teugen van het wonderschone Nederland.

Bij Beneden-Leeuwen steek ik de Waalbrug over. Bij het omlaag rijden van de brug ruik ik een penetrante brandlucht. Als je iets ruikt ligt het meestal voor je en zie een fiets met aanhanger waaruit rook opstijgt. Eerst denk ik nog aan een fiets met hulpmotor als een Spartamet, maar als ik nader zie ik dat de accupack van de elektrische fiets geheel is opgebrand. De fietser fietst door en pas nadat ik hem wijs op een brandende accu kijkt hij achterom. Hij stapt af terwijl ik doorrijd. Het zal nu niet zo gevaarlijk meer zijn nu de fietser op de hoogte is en ook ik heb geen blusser paraat, dus kan weinig uitrichten. Bij het dorp Wamel dat ik een paar minuten later zie opdoemen is er een benzinepomp waar ik een tweede pauzemoment neem voor een lunch. De cappuccino, een kaasbroodje en dubbele sandwich laat ik me goed smaken op dit middaguur. Ik sta te genieten van de zon en de mooie momenten die ik vandaag gehad heb. Nederland is gewoon prachtig. 

De afgelopen dagen heb ik pittoreske dorpjes en kleine stadjes gezien, eindeloze polders met kleurrijke bollenvelden, prachtige vergezichten over eindeloos lijkende meren en meanderende rivieren. Bossen, heidegebieden, natte landschappen zoals de Weerribben en Bernisse. Onze Nederlandse waterwerken zoals de Zeeuwse dammen, de Markerwaarddijk en Flevoland met daar noordelijk van gelegen de Noordoostpolder. Nu ben ik in de Betuwe met de in bloei staande fruitbomen. Na de Betuwe zal nog Noord-Brabant volgen om weer in het mooie Zeeland te komen. Inmiddels is de lunch verorbert en stap ik weer op de zilveren ros die het nu aanmerkelijk gemakkelijker heeft. Via Rossum en Hedel steek ik de Maas over. Daar stel ik Google in op Raamsdonk om de noordelijke route te nemen.
Aanvankelijk zou ik via Willemstad, Ooltgensplaat en Zierikzee over de Zeelandbrug rijden. Dit lijkt mij met mijn extra brede bepakking niet zo een goed idee. Het bromfietspad van de brug is erg smal (ca. 1,6 m.) Zelf neem ik incl. bepakking al ca. 1,25 ruimte in beslag. Vervelend voor het overige verkeer. Er staat overigens voordat men de Zeelandbrug oprijd een bord met max. breedte 0,7 m.

Vanaf Raamsdonk, waar ik via een 15 km lange oude trambaan kom (deze is in Waalwijk alleen voor fietsers), ga ik via Made, Zevenbergen, Oud Gastel en Wouw in de richting van Bergen op Zoom. Onderweg stop ik nog even voor een meegenomen drankje en geniet van het landschap en de zon. Via de Wouwsebaan kom ik Bergen op Zoom binnenrijden en rij verder naar de parallelweg die evenwijdig aan de spoorlijn loopt. Dan kom ik vanzelf op de Antwerpsestraatweg en verlaat ik Bergen op Zoom om via de Reimerswaalweg, Krabbendijke, Kuiningen, 's-Gravenpolder, Nisse, Heinkenszand en Nieuwdorp weer op Vlissings grondgebied te komen. Om kwart over vier rij ik de scooter de achterplaats op. Thuis.

Vandaag heb 307 kilometer gereden met 3 rustmomenten. Het waren 307 kilometers genieten op een werkelijk heerlijke bromscooter. Deze lijkt gemaakt om mooie tochten te maken en volgens mij, en vele andere Gran Dink rijders, een onverwoestbaar 2 takt werkpaard. Ik heb geen spijt van de aankoop verleden jaar en hoop nog lang plezier aan de scooter te beleven.

Een volgende reis ga ik zeker maken. Voor de kosten hoef ik het niet te laten. Deze reis heb ik globaal 90 euro uitgegeven. Aan benzine (40 euro), overnachtingen (21,50 euro) en de rest is eten en drinken onderweg. Wel heb ik van thuis al wat eten en drinken meegenomen en heb ik deze derhalve niet meegerekend. Totaal heb ik deze reis op Mycko 803 kilometer gereden. Met een gemiddeld verbruik van 1:34 is dat geheel niet slecht, ook omdat met name de eerste twee dagen heel veel kracht geleverd moest worden. De volgende reis zal ik mij vooraf wel wat meer door de weersvoorspellingen laten leiden.

Tot een volgende keer!

 Vanwege de beperktheid van een blogkanaal heb ik zelf een website ingericht. Hierop staat alles over mijn brommerreizen en heb deze dan ook...